Continuous Integration (CI) en Continuous Delivery (CD) worden steeds vaker geïmplementeerd bij diverse ontwikkelstraten, terwijl de meeste BI-trajecten nog altijd via de traditionele watervalmethode worden aangevlogen. Toch bieden CI en CD ook in een BI-omgeving grote voordelen. Ontdek wat de mogelijkheden zijn voor úw BI-ontwikkelstraat!

Hoe kunt u CI en CD toepassen in een BI-omgeving? Het antwoord op deze vraag vindt u op 28 en 29 maart, tijdens de Data Warehousing & Business Intelligence summit. cimt is, samen met haar partner Talend, een van de deelnemers aan dit unieke jaarlijkse DW/BI-congres in Amsterdam. Wij vertellen u dan graag alles over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van CI en CD in een BI-omgeving. Noteer de datum dus vast in uw agenda!

Het voordeel van CI en CD in een BI-omgeving
In dit blog lichten we alvast een tipje van de sluier op. Want wat is nu eigenlijk het grote voordeel van CI en CD in een BI-omgeving? De agile werkmethode stelt een team in staat in kleine iteraties en met beheerst risico waarde toe te voegen. CI levert daarin snellere feedback en toenemend vertrouwen in de opgeleverde code. Met name door geïntegreerde code-review binnen het team. Door deze toename in vertrouwen, kan door de implementatie van CD sneller en vaker gedeployed worden. Zowel met als zonder handmatige inmenging.

Van Continuous Integration tot Continuous Delivery

Voor welke ontwikkelmethodiek u ook kiest, voorop staat altijd dat requirements zo helder mogelijk geformuleerd moeten zijn. Maar door in kleine brokjes wijzigingen aan te brengen, deze pakketjes code samen te voegen (Continuous Integration) en de wijzigingen geautomatiseerd te testen (Continuous Testing), worden wijzingen in een gecontroleerde en gefaseerde manier (automatisch) sneller naar productie gebracht (Continuous Delivery). Wanneer dit proces volledig wordt geautomatiseerd, spreken we over Continuous Deployment.

Van start met CI en CD

Wat heeft u nodig om CI en CD te implementeren in een BI-omgeving? Een onmisbare tool is de Talend Open Studio. Daarnaast zijn ook de Talend Administration Console en de generieke CI/CD-componenten zoals een softwareversiebeheersysteem (SVN/GIT), Nexus en een CI-server als Jenkins onontbeerlijk.

Voorwaarden voor CI en CD

Om tot CI en CD te komen, dienen uiteraard de juiste faciliteiten aanwezig te zijn. Maar ook de juiste mindset en de nieuwe “way of working” moeten worden geadopteerd, zodat de overgang naar DevOps in gang gezet kan worden.

Hoe werkt het in de praktijk?

Ontwikkelaars die bijvoorbeeld aan ETL-jobs bouwen, werken continu aan het verbeteren van deze jobs of verrijken deze met nieuwe functionaliteit. Alle jobs die in Talend worden gebouwd, worden vertaald naar code. Deze code kan gemakkelijk in GIT worden opgeslagen. Talend bied naast een integratie met SVN, een geïntegreerde oplossing om te werken met GIT. GIT biedt meer vrijheid uw eigen workflow vorm te geven en sneller te werken door een lokale kopie van de repository dan SVN.

Als de ontwikkelde code slaagt voor de unit test, kan de “build” worden opgeslagen in Nexus als artefact. Deze artefacten kunnen vervolgens worden gedeployed in de volgende “stage” (ontwikkel, test, acceptatie, productie).

Direct feedback

Door de artefact te deployen in een omgeving met meer variabelen (bijvoorbeeld acceptatie), wordt duidelijk of het ontwikkelde werk goed functioneert in deze omgeving. Mocht de geautomatiseerde test niet slagen, dan krijgt het ontwikkelteam direct feedback. Een belangrijke rol is weggelegd voor de CI-server (bijvoorbeeld Jenkins). De CI-server moet gezien worden als de dirigent van het delivery team. Deze start, stopt en geeft feedback over processen. Door alle processen te automatiseren is de kans op fouten verminderd, de feedbackloop verkort en de snelheid verhoogd.

Nieuwsgierig hoe wij dit samen met klanten implementeren?
Bezoek ons op de Data Warehousing & Business Intelligence summit en onze klant legt het u zelf uit!